Er is veel verwarring over karwij, kummel en komijn. Het zijn specerijen, zaden van twee verschillende planten, beide met een kruidige, anijsachtige, zoete smaak. Kummel is een andere naam voor karwij. Karwijzaad is licht gebogen, terwijl komijnzaden recht zijn. Door de overeenkomst in smaak (warm, kruidig, anijsachtig) zijn beide kruiden in gerechten wel als vervanger voor elkaar te gebruiken, maar de smaak van karwij is grofweg dubbel zo sterk als van komijn, en daarom moet karwij in ongeveer de halve hoeveelheden van komijn worden toegepast. Afgezien van de sterkte van de smaak is karwij iets scherper, terwijl komijn wat bitterder is.
Zie afbeelding: Karwijzaad links, komijn rechts
Franse term: Carvi
Duitse term: Kümmel
Engelse term: Caraway
Zwarte kummel
Zwarte kummel heeft noch met karwij, noch met komijn ook maar iets te maken. Het zijn de zaadjes van de nigella, een éénjarig kruid uit het Midden-Oosten. Turks brood is vaak met nigellazaadjes bestrooid. De smaak wordt versterkt door het zaad te roosteren of het kort te bakken in hete olie. Nigellazaad is bijna geurloos, en pas bij het malen of kauwen ontwikkelt zich het aroma.
Zie ook: Zwarte kummel, komijn