In Suriname spreekt men van bacove als het de vrucht betreft die je zo uit het vuistje kunt eten,  en van banaan als het om groene bakbananen gaat. In spaanstalige landen is dit verschil ook aanwezig: een handbanaan is een banana, de bakbanaan een platano. In Nederland valt ook de naam pisang nog wel eens, overblijfsel uit het Maleis van ons koloniale verleden.
De verwarring gaat verder:  de plant zelf is geen boom maar een kruid. De vrucht is, botanisch gezien, geen vrucht maar een groente. In de keuken beschouwen we de handbanan eigenlijk alleen maar fruit omdat hij als tussendoortje of dessert gebruikt wordt.
Bananen komen voor in verschillende gedaantes en kunnen worden verwerkt to allerlei gerechten en snacks.

Pisang sale zijn gedroogde en geplette bananen. In tegenstelling tot bananenchips zijn ze taai en niet krokant. Het drogen kan op de oorspronkelijke manier (boven houtskoolvuur) maar tegenwoordig bestaat ook een industriële methode met natriumbisulfiet. Gedroogde bananen hebben een veel intensere smaak dan verser en kunnen heel lang worden bewaard. Men kan ze rauw eten of warm verwerken in allerlei gerechten.
Pisang goreng is een zoet gerecht met gebakken banaan.
In de toko kan men gezoete en gedroogde gebakken banaan kopen (Kerupuk pisang, “bananenchips”).
Pisang Ambon is likeur met deels de smaak van bananen.
Plataan of bakbanaan (ook wel kookbanaan) wordt gebakken of gekookt gegeten. Door het hoge zetmeelgehalte is de onrijpe, rauwe vrucht moeilijk verteerbaar. De bakbanaan is 30 tot 40 cm lang  en heeft een harde schil. De kleur van de bakbanaan is groen, geel of roodachtig. Als hij rijp is, is de schil zwart. In tropische landen is de bakbanaan vergelijkbaar met onze aardappel. De platano, zoals hij in Cuba wordt genoemd, is niet weg te denken uit de nationale keuken aldaar.

Ze ook: bananenblad, bananenbloesem, pisang mas, zeebanaan

Franse term: Banane
Duitse term: Banane
Engelse term: Banana