De druif (Bot. Vitis vinifera) is de essentiële grondstof voor de productie van wijn. Wijndruiven worden verbouwd in wijngaarden over de hele wereld. Hun variëteit bepaalt de smaak, aroma en kenmerken van de resulterende wijn. Na de oogst worden druiven geperst, en het resulterende sap wordt gefermenteerd om wijn te produceren. De complexe chemie van druiven zorgt voor de verscheidenheid aan wijnsoorten, van robuuste rode tot verfrissende witte en mousserende wijnen.

Als handfruit zijn druiven ook heerlijk. Bovendien bevatten ze antioxidanten, vezels en vitamines. Druiven worden combineren goed met kaas. Druiven zijn ook warm erg lekker. Zie Soufflé van poffertjesdeeg met gestoofde druiven.

Zie ook: wijnbladeren, verjus