Gebakken lever is niet zo heel erg populair. Toch is het heel erg lekker, zeker als je weet hoe je het klaar moet maken. Lever heeft de neiging wat stroef in de mond te worden als het te gaar is. Oppassen dus met de kerntemperatuur: het mag een klein beetje rosé blijven binnenin. Lever combineert erg goed met sappig, zoetzuur garnituur. Dit recept met appel en spek is lever op het lijf geschreven!
Lever moet snel gebakken worden op hoge temperatuur. Boter moet daarom even worden geklaard om verbranden te voorkomen. U zult zien – het resultaat is verbluffend!
Meer weten over de termen die in dit recept gebruikt worden? Klik op de links!
Dep de lever met keukenpapier.
Kruid de lever met uw favoriete kruidenmix of met peper en zout.
Bestuif de lever met bloem. Verwijder het overtollige meel.
Schil de appels en verwijder het klokhuis.
Snij de sjalot in ragfijne reepjes.
Voeg de sjalot toe en braad het mengsel een paar minuten tot de sjalot bijna gaar is.
Snij de appels in dunne partjes (eminceren).
Voeg de appelpartjes toe aan de spekjes.
Sluit de pan af met een deksel en laat stoven tot de appel gaar is. Doof het vuur en zet apart.
Giet de geklaarde boter in een nieuwe koekenpan en verhit op hoog vuur.
Wijntip
Lever heeft in de verte een beetje een ijzersmaak. Een rode wijn is daar niet zo gek op. Een ijskoude zoete dessertwijn is de grootste vriend van dit soort vlees. Een Sauternes of een Muscat de Beaume de Venise, prima!
Dank u wel, veel kookplezier en alvast...eet smakelijk!