Falafel komt enorm veel voor in Israël en de Arabische wereld. Deze vegetarische gefrituurde lekkernijen worden vaak geserveerd met hummus (klik voor recept) en tahin (klik voor informatie) . Ook met toum (een heerlijke knoflooksaus uit het Midden-Oosten (klik voor recept) of haydari (Turkse kruidensaus op basis van yoghurt) zijn ze zalig.
Koptisch
Waar falafel precies voor het eerst is ontwikkeld is niet zeker. De meesten houden het erop dat het een van origine Koptisch is. Deze vroege inwoners van Egypte maakten het met tuinbonen. Hoe dan ook – zowel in de Arabische als in de Israëlische keukens is falafel een hit. Voor menigeen kan de Big Mac het er niet van kan winnen.
Pita
Vaak wordt falafel geserveerd in een pitabroodje, met sla, tomaat, en een lekker sausje. Snij hiervoor het broodje dwars door en maak er twee zakjes van die je kunt vullen met de falafel en andere lekkernijen. Zie recept.
De kikkererwten moeten een nacht wellen in ruim water.
Giet ze af en droog ze met een koksdoek.
Stort ze in een hakmolen (kan in verschillende keren als het in 1 keer niet past). Maal de kikkererwten fijn. De grofheid van de bemaling bepaalt of de falafel straks makkelijk tot een quenelle of balletje te vormen is: zeker niet te grof dus, maar het moet ook geen pasta worden die op humus begint te lijken.
Hak de verse kruiden fijn.
Voeg de peterselie en het kikkererwtenmeel toe. Gewone bloem kan ook.
Voeg nu alle kruiden, het zout en de peper toe.
Vermeng goed.
Bedek het mengsel met huishoudfolie en zet 1-2 uur in de koelkast om op te stijven.
Vorm met de hand balletjes of quenelles. Niet te groot.
Frituur de falafel niet al te snel (140-160 graden) zodat ze kunnen garen binnenin en aan de buitenkant een mooie goudbruine kleur krijgen.
Laat ze uitlekken op keukenpapier. Klaar!
Dank u wel, veel kookplezier en alvast...eet smakelijk!