Béchamelsaus is een basissaus uit de Franse en Italiaanse keuken, één van de vijf “Sauces mères”, moedersauzen, van de Franse klassieke keuken. De eerste bechamelsaus werd gemaakt door kalfsvlees en kruiden langzaam in melk te smoren, waarbij extra room werd toegevoegd. De eerste vermelding onder deze naam verscheen in Le Cuisinier François, (gepubliceerd in 1651) door de kok van Lodewijk XIV, François Pierre (de) La Varenne (1615 – 1678). De saus kreeg zijn naam om een hoveling en financier te vleien, Louis de Béchamel, markies van Nointel (1630 – 1703). De saus is een standaardingrediënt van lasagne en wordt in Nederland en België ook veel gebruikt om groenten zoals bloemkool, broccoli of andijvie te binden, hoewel in veel huishoudens daarvoor ook wel een eenvoudiger te bereiden saus op basis van maïzena wordt gebruikt. Fijnproevers zullen over het algemeen de saus op basis van bloem verkiezen. Door harde kaas en een eidooier aan de saus toe te voegen ontstaat de eveneens beroemde Mornay-saus.
Meer weten over de termen die in dit recept gebruikt worden? Klik op de links!
Smelt de boter.
Als de boter gesmolten is en net begint te bruisen…. zeeft u de gehele hoeveelheid bloem erbij.
Goed mengen met een garde en/of houten pollepel. U heeft nu een blanke roux verkregen. De roux voorzichtig laten garen gedurende een paar minuten. Let op: hij mag niet kleuren, alleen maar garen. Haal daarna de pan van het vuur en laat de roux afkoelen tot lauwwarm of koud.
Koude melk kan klontjes opleveren. Als u niet behendig bent, breng dan in een andere pan de melk tot het kookpunt. De melk toevoegen aan de roux. Goed mengen met een garde en opnieuw aan de kook brengen.
Enkele minuten blijven roeren terwijl de saus indikt. Breng op smaak.
Dank u wel, veel kookplezier en alvast...eet smakelijk!