De sinaasappel, ook wel appelsien genoemd, komt oorspronkelijk uit China, waar ook de naam vandaan komt (china-appel). Vroeger at men de vrucht niet zozeer, men pronkte ermee. Hij werd als decoratief element gebruikt.
In veel talen zit het woord Portugal op één of andere manier verborgen in de naam, zoals in het Grieks (“πορτοκαλι” portokáli) en het Arabisch (“برتقال” burtuqāl). Geen wonder, want het waren de Portugezen die de vrucht uit China naar Europa hadden meegenomen.
Er zijn handsinaasappels (links) en perssinaasappels (rechts). Sicilië is de grootste exporteur van zogeheten bloedsinaasappels, een bijzonder smakelijke variant met donkerrood vruchtvlees.
De Spanjaarden hebben geprobeerd, overal waar ze maar koloniën hadden, sinaasappels te verbouwen. Soms met succes, soms ook niet. Zo gaat het verhaal dat de Likeur Blue Curacao oorspronkelijk zou zijn gemaakt van sinaasappels die de Spanjaarden, toen Curacao in Spaanse handen was, geprobeerd hadden te telen op het eiland. Een vreselijk bitter vruchtje, niet te eten, was het resultaat. Later kwamen de Nederlanders erachter dat je er wel een alcoholisch drankje mee kon fabriceren. Ook niet mis.

Zie ook:

Bloedsinaasappel, citrusvruchten

Franse term: orange
Duitse term: Orange
Engelse term: orange