Een smaakmaker uit de keukens van de Malediven en Sri- Lanka. Lokaal bekend als umbalakaḍa / උම්බලකඩ (Sri-Lanka) en valhoamas / ވަޅޯމަސް, (Malediven)
Deze vlokken worden gemaakt door tonijn (bonito of skipjack) in dikke repen te snijden, te koken, te roken en in de zon te drogen.. (Iets dat veel weg heeft van het bereiden van Japanse bonitovlokken) . De gedroogde, keiharde filets worden vervolgens in een vijzel versplinterd of volledig vermalen.
Maledivische visvlokken worden meestal niet gebruikt als vis, al kun je ze wel toevoegen als viscomponent aan een curry. Door hun zeer indringende geur en smaak worden ze meestal echter – in bescheiden hoeveelheden – ingezet als smaakmaker in gerechten, vergelijkbaar met Indonesische trassie en Oosterse vis- en oestersauzen.
Maledivische visvlokken hebben een pungente, zeker niet voor iedereen even aangename, geur. U kunt ze daarom het beste in een afgesloten pot of container bewaren. U heeft er per keer erg weinig van nodig. Gelukkig blijven ze jaren goed.
Franse benaming: poisson seché des Maldives
Duitse benaming: getrockneter Maledivenfisch
Engelse benaming: Maldive fish (flakes/chips)