De kemirienoot of kemirinoot (Aleurites moluccanus) is een van oorsprong Zuid-Asiatische boom, de Aleurites moluccana. De noot wordt gebruikt in de Indonesische en Maleisische keuken, vaak als bindmiddel. De noot heeft een diameter van 4–6 cm. De noten zijn vrijwel alleen gepeld in de handel te verkrijgbaar omdat ze nogal moeilijk van hun keiharde bast te ontdoen zijn. De noot kan niet rauw worden gegeten, want deze is licht giftig. Voor het gebruik worden de kemirinoten eerst gepoft, door ze bijvoorbeeld 10 minuten in een warme oven van ca. 160 graden te leggen, of door ze even boven een vlam rond te draaien. De noten kunnen echter ook direct in kleine stukjes worden gehakt of in een vijzel worden fijngewreven. Kleingemaakt worden ze tijdens of voor het koken aan een Indonesisch gerecht toegevoegd.
De noten zijn sterk oliehoudend, zodat ze kunnen branden. Hieraan ontlenen ze hun Engelse naam candlenuts.
Zie ook: Noten
Franse term: Noix de bancoule
Duitse term: Kukuinuss, Kemirinuss, Kerzennuss
Engelse term: Candle nut