Foelie of folie is de gedroogde zaadmantel van de nootmuskaat. Het woord foelie stamt af van het Latijnse woord folium, “blad”. Lang was foelie een monopolie van de Hollanders: de muskaatbomen groeiden alleen op de Molukken, VOC-grondgebied. Later lukte het de Engelsen muskaatbomen te verbouwen op Grenada. Foelie wordt in de Nederlandse keuken vooral gebruikt bij het stoven van vlees, zoals runderlappen en in soepen. Een beetje foelie in de klassiek bereide asperges is ook heerlijk. Ook in speculaaskruiden vindt foelie toepassing. Foelie is een onmisbaar bestanddeel van de Oost-Vlaamse donkere vlaaien zoals die uit Aalst. In de Beierse keuken wordt foelie gebruikt bij de bereiding van Weißwurst, een met kalfsvlees bereide worstsoort.
Zie ook: nootmuskaat
Franse term: Macis
Duitse term: Keule
Engelse term: Mace