Boerenkool (Brassica oleracea acephala laciniata of sabellica) is een in Nederland zeer populair bladgewas dat op alle grondsoorten geteeld kan worden en in de herfst en winter wordt gegeten, vooral in stamppot (zie recept) en een typische wintergroente is. Van oudsher leeft de overtuiging dat boerenkool het lekkerst is als de vorst over het land is geweest. Door bevriezing barsten de celwanden van de boerenkool en wordt de groente zoeter van smaak. Thuis is dit in de diepvries ook na te bootsen.
In Europa, op enkele streken in België, Frankrijk en Duitsland na, wordt boerenkool of helemaal niet verbouwd, of als veevoer. In de Verenigde Staten komt het wel weer wat vaker voor. Een nauw verwante koolsoort die vaker te vinden is is palmkool (It. Cavolo nero).
Boerenkool wordt “geritst”, want de stelen zijn te taai om te eten. In de winkel zijn de jonge bladen geritst en al te koop (zie afbeelding). Toch is boerenkool vers van het land een stuk lekkerder.
Zie ook: kool
Franse term: Chou frisé
Duitse term: Grünkohl
Engelse term: Kale