Je zou het zo niet zeggen, maar johannesbrood, ook wel carob, carobe of carube, wordt enorm veel gebruikt. Vooral het meel van de pitten (johannesbroodpitmeel, beter bekend als E-nummer E410) is erg in trek bij de voedingsindustrie als verdikkingsmiddel (vaak onder de naam Locust bean Gum).
Carobpoeder – gemalen, geroosterde johannesbroodpeulen, is een goedkope cacaovervanger. U wilt dus niet weten hoeveel johannesbrood u inmiddels op heeft, zonder het waarschijnlijk te weten.
Johannesbroodpitten werden vroeger door diamantairs en edelsmeden gebruikt als gewichtsmaatstaf: de pitten hebben een constant, nauwkeurig gewicht van 0,2 g. Sommigen beweren zelfs dat het woord karaat is afgeleid van het Oudgriekse woord keration (vrucht van de johannesbroodboom).
Van johannesbrood wordt siroop en daarvan weer frisdranken gemaakt in landen rond de Middellandse Zee. Voor de oude Egyptenaren was johannesbrood een populaire zoetstof. Het hiëroglief voor zoet is is dan ook hetzelfde als dat van johannesbrood. Op Sicilië wordt johannesbrood als smaakmaker toegevoegd aan zoetwaren, bijvoorbeeld aan de voor Sicilië zo typerende chocoladesoort cioccolato di Modica.

Zie ook: johannesbroodsiroop

Franse term: Caroube
Duitse term: Johannisbrot
Engelse term: Carob