Italiaanse variant van hachee
Spezzatino. Heerlijk. Gemaakt, meestal, van blank of rosé kalfsvlees (wat de Italianen resp. vitella en vitellone noemen). Slow cooking, uiteraard. Spezzatino wordt door heel Italië gegeten. Vaak met puree, in wat koudere periodes ook wel met polenta.
Meestal wordt spezzatino gestoofd met (verse) doperwten: Spezzatino con i piselli (klik voor recept). Een iets minder zoete variant is deze Spezzatino e fave, met tuinbonen.
Spezzatino is langzaam gegaard. Het behoeft daarom vlees met een hoop collageen. Het liefst dus uit de voorkant van het kalf. Wij hebben hier gekozen voor onderrib van het kalf (zie foto’s). Met ossobuco kan het echter ook prima. Met ossobuco heeft u een extra uitdaging en een extra voordeel: u moet tegen het einde van de kooktijd het vlees van de botten afhalen en delen in grove stukken. Botten verwijderen. Daar staat tegenover dat u het beenmerg in de spezzatino kunt verwerken en dat is heerlijk!
[caption id="attachment_4947" align="aligncenter" width="747"] Schenkel[/caption]Meer weten over de termen die in dit recept gebruikt worden? Klik op de links!
Begin met een mooie kalfsonderrib of met een paar ossobuco’s.
Snij de onderrib in blokjes van 3 cm. De ossobuco laat u heel; die kunt u beter tegen het einde van de kooktijd delen.
Verlaag de warmtebron en fruit voorzichtig de sjalot.
Doe het vlees er weer bij.
Laat alles weer op temperatuur komen, hussel goed door elkaar en blus af met de witte wijn. Laat de wijn even “uitwaaien”: het gaat om de smaak, niet om het vocht en ook niet om de alcohol.
Voeg nu de sugo (klik voor recept) toe. U kunt ook passata di pomodoro gebruiken, maar aangezien die niet gaar is zal alles wat zuurder uitvallen en wellicht een schepje suiker nodig hebben. Roer weer goed door elkaar. Let op het vuur – de sugo mag niet aanbranden.
Nu mag de groentebouillon (klik voor recept) erbij. Zorg dat alles mooi onder het vocht staat.
Stoven maar! Nét tegen de kook aan. Het moet heel voorzichtig bubbelen. Reken op minstens 1,5 uur. Voeg na een uurtje de tuinbonen toe. Mocht het geheel teveel indikken, voeg dan nog wat groentebouillon toe. Blijf het vlees proberen – u merkt zelf wanneer het heerlijk gaar is: het vlees moet smelten op uw tong. Heeft het langer nodig? Niet ongeduldig worden. Gewoon doorstoven. Het is de moeite waard. Mocht de saus te dun zijn, maak dan een papje met bloem en bindt de saus daarmee een beetje. Hou het geheel op smaak met zout.
Heeft u spezzatino gemaakt met ossobuco, dan is nu het moment aangekomen om de ossobuchi uit de pan te halen, goed uit te laten lekken, het bot te verwijderen en het vlees te snijden en terug te doen in de saus. Als laatste lepelt u dat heerlijke beenmerg uit de botjes en dat roert u door de spezzatino. Klaar!
Serveer met veel puree of polenta.
Rood, fruitig, stevig, Italiaans: Dolcetto d’Alba, Nero d’Avola, Chianti Classico, Sangiovese.
Dank u wel, veel kookplezier en alvast...eet smakelijk!