Ravioli, gevuld met ricotta en spinazie
Ravioli
Ravioli werden in de zestiger jaren in ons land geïntroduceerd. Een glibberig deegkussentje in een niet nader te bepalen licht oranje saus uit blik. Binnenin zat een soort vleesvulling. Ze zijn nog te koop. Inmiddels weten we beter. Ravioli zijn natuurlijk het lekkerst als je ze zelf maakt. Vleesgevulde ravioli komen in Italië oorspronkelijk uit Süd-Tirol. In de rest van het land is een vulling van ricotta, al dan niet met spinazie, gebruikelijker. Er zijn echter vele variaties, zelfs zoete vullingen bestaan. De vorm van ravioli is meestal vierkant of halve cirkels maar ook daar bestaan allerlei variaties op. Ravioli kunnen met de hand worden gestoken of gesneden. Hiervoor bestaan speciale pastawieltjes (rotelle). Ook zijn er speciale vormpjes voor in de handel . Ravioli worden gegeten in bouillon, met tomatensaus (sugo) en met roomsaus van aller aard.
Pasta ripiena
Pasta met vulling. De meest bekende is wel de raviolo, maar ons Noord-West-Europeanen staat nog het een en ander te wachten: agnolotti, cannelloni, conchiglie, fagottini, paccheri, pansotti, tortelli, tortellini, anolini, caramelle, casonsei, mezzelune, triangoli… Maar hoe komt het nou dat juist de ravioli zo beroemd zijn geworden? Volgens geïnformeerde bronnen is “raviolo” niet alleen de benaming van een bepaald soort pasta ripiena maar ook een groepsbenaming voor alle soorten gevulde pasta tegelijk. Net als “maccherone” dat in bepaalde delen van Italië is voor niet gevulde pasta (Dit heeft er op zijn beurt toe geleid dat in sommige talen van de wereld pasta macaroni is gaan heten, zoals Макароны (Makarony) in het Russisch).
Meer weten over de termen die in dit recept gebruikt worden? Klik op de links!
Maak sugo (basistomatensaus) volgens dit recept (klik hier)
Bestrooi uw werkvlak met meel. Maak met een deegroller of pastamachientje zo dun mogelijke repen pasta. Deze kunt u vervolgens snijden, met de hand of het machientje, tot de juiste vorm.
Maak de onderste deeglaag vochtig met water (met een penseeltje). Breng de vulling op gelijke afstanden aan op de deeglaag. Ongeveer de grootte van een grote knikker is voldoende.
Plaats nu een tweede deeglaag op de eerste. Bestrooi met wat meel. Druk voorzichtig de lucht tussen de twee lagen uit. Het is belangrijk dat de twee lagen goed op elkaar plakken, anders wordt het bij het koken van de gevulde pasta een rommeltje.
Vervolgens snijdt u met een pastawieltje de pasta in de gewenste vorm.
Kook de pasta in kokend, zout water. De kookduur is afhankelijk van de dikte van uw deeg dus het beste is ervaring of regelmatig proeven (maak dus wat extra ravioli). Laat ze uitlekken en serveer met wat sugo en geraspte Parmezaan. Klaar!
We houden de zomer erin: een mooie witte: Pecorino!
Dank u wel, veel kookplezier en alvast...eet smakelijk!