Pâté de gibier maison - Eigengemaakte wildpaté met pruimen, aspic en gekonfijte sjalot
Paté is de (Franse) aanduiding voor vleesproducten waarin lever wordt gebruikt. De naam is verwant met het Nederlandse ‘pastei’; het oorspronkelijke recept van deze pastei is met een broodkorst (“en croûte”). Wildpaté wordt beschouwd als een culinair hoogstandje, en wordt gegeten met veenbessen of uienconfituur. Er is geen eenduidig recept voor paté, omdat het veel producten kan bevatten en van verschillende soorten lever (kalfs-, runder-, varkens-, ganzenlever, of een combinatie mengsel daarvan) kan worden gemaakt.
Terrine is eigenlijk de naam van een dikke, geglazuurde schaal. Het is ook de naam geworden van gerechten die in een terrine gemaakt worden. Een terrine kan overigens ook bereid worden in andere vormen, zoals een cakeblik. Terrines zijn dikwijls vleesgerechten zoals wild, zult en paté’s. Er zijn ook terrinegerechten met vis, schaaldieren, groentes en vruchten. Een paté is dus in feite ook een terrine.
Meer weten over de termen die in dit recept gebruikt worden? Klik op de links!
Maal de lever samen met het zout zo fijn mogelijk in de keukenmachine.
Klop het ei los. Voeg de zemelen en de bloem toe. Breng alle producten nu bij elkaar in een bak en
meng ze tot een gelijke massa ontstaat.
Sluit het deeg af met het bakpapier
en dan met aluminiumfolie.
Plaats de vorm in een braadslee met 2-3 cm water.
Plaats de braadslee in de oven. Bak de pastei 2 uur. Laat hem daarna volledig afkoelen. Plaats de paté zodra kamertemperatuur is bereikt in de koelkast en laat minstens een dag rusten. Haal de paté uit de vorm en snij in plakjes. Serveer met gekonfijte sjalot (zie recept) en aspic.
U kunt de paté ook storten in kleine, bijvoorbeeld eenpersoons bakjes. Ook deze bakt u in de oven in een laag water (au bain Marie). Als u de afgekoelde bakjes vervolgens versiert met een blaadje laurier, een vossebesje, een plakje gestoofde peer of iets dergelijks en daarna afstort met aspic, heeft u een geinig cadeautje voor kennissen en familie!
Een lichte of iets gewichtigere rode wijn die het zoete van de kaneel en de pruimen aankan maar niet overheerst: Beaujolais Villages, Châteauneuf-du-Pape, Côte de Beaune-Villages, Côtes du Rhône Villages, Côtes du Rousillon Villages. Een Georgische Khvanchkara (een traditioneel in open eiken vaten gefermenteerde half-zoete rode wijn, naar zeggen de lievelingswijn van Josef Stalin) zou ook goed kunnen.
Dank u wel, veel kookplezier en alvast...eet smakelijk!