Bodding, een klassiek gerecht uit de Vlaamse keuken, is een perfecte manier om oud brood (maar ook oude koekjes) te recyclen. In principe kan het zowel hartig als zoet worden bereid, maar de zoete variant - zoals ook in dit recept, kent meer aanhangers.
De oorsprong van bodding gaat terug naar de tijd van de arme boeren en stadsbewoners, die met beperkte middelen toch voedzame maaltijden moesten bereiden. Oud brood was vroeger moeilijker te bewaren en in plaats van brood weggooien, werd het hergebruikt: gedrenkt in melk of water, gemengd met eieren, suiker en specerijen, en vervolgens gebakken tot een stevige, smakelijke "pudding". Handig om restjes op te maken maar ook nog eens lekker.
Het klassieke recept voor bodding bestaat uit oud brood, melk, suiker, eieren, en vaak wat kaneel of vanille voor extra smaak. Met een beetje ervaring kunt u zelf bepalen wat u "kwijt" wilt: zo hebben we er laatst eentje gemaakt met de resten van de kerstdagen - croissants, pain au chocolat, kerststol, pandoro, panettone, huisgemaakte speculaas - alles ging erin...
Naast de zoete variant bestaat er ook een hartige versie van bodding, die vaak wordt bereid met vleesresten, zoals spek, worst of kip, en gekruid met peper, zout en andere kruiden. Dit soort hartige bodding wordt vaak tijdens de koudere maanden gemaakt.
Er zijn verschillende regionale variaties van bodding, afhankelijk van de provincie of zelfs het specifieke gezin: sommigen voegen chocolade of cacao toe aan hun bodding, anderen nootmuskaat en/of kaneel. De hartige variant kan met allerlei soorten vlees en zelfs groentes (zoals prei of wortelen) worden gemaakt.
Verwarm de oven voor op 170°C.
Doe de rozijnen in een schaaltje water en laat ze wellen.
Snij ondertussen de sneetjes (oud) brood in grove stukken van zo’n 2 bij 2 cm. De korstjes kunnen gewoon mee. Snij en/of verpulver alle andere oude broodsoorten en koekjes.
Doe de stukjes brood in een mengschaal.
Voeg, indien u denkt niet genoeg smaakstoffen te halen uit de koekjes en dergelijke die u gebruikt, de koekkruiden toe. Het zelfde geldt voor de witte en de bruine suiker: gebruikt u veel brood, dan moet er suiker bij; gebruikt u veel cake en koek, dan hoeft dat minder, of zelfs helemaal niet.
Klop de eieren los en voeg toe aan het mengsel. Giet de gewelde rozijnen af en voeg ook deze toe, zonder het vocht.
Haal de bodding uit de vorm en laat hem afkoelen. Snij in plakken of punten en serveer, eventueel met een beetje poedersuiker.
Dank u wel, veel kookplezier en alvast...eet smakelijk!