Apfelstrudel (of appelstrudel) is een traditionele Oostenrijkse gebaksoort, die vooral erg populair is in Wenen. Apfelstrudel bestaat uit zeer dun deeg, plakjes appel en rozijnen. Het was oorspronkelijk een gerecht voor arme mensen. De apfelstrudel is gebaseerd op het Oosterse gerecht ‘baklava’ en vond vanuit Turkije zijn weg naar het toenmalige Oostenrijk-Hongarije. In Hongarije heet de Apfelstrudel almásrétes. Strudel wordt gemaakt van een elastisch, zeer dun uitgetrokken, deeg. Een eenvoudigere oplossing is een strudel te maken van bladerdeeg maar dat is niet zoals het hoort. In Oostenrijk wordt de authentieke variant ook wel aangeduid met “gezogener Strudel”, oftewel getrokken Strudel.
Maak intussen de vulling:
Het deeg nu insmeren met ongeveer de helft van de gesmolten boter.
Het paneermeel licht aanbraden in wat boter.
Nu de strudel dubbelklappen zodat de vulling en het paneermeel op elkaar komen te liggen.
De bedoeling is dat er verder geen deeg in de vulling zit: het resterende deeg moet dus om de strudel heen draaien. Dit zorgt voor het knapperige, bladerdeegachtige effect. Deeg binnenin wordt niet gaar en wordt beschouwd als “not done”. Daarom worden in de regel de uiteinden van de strudel in restaurants niet geserveerd.
De strudel nu verder oprollen.
Snij de strudel in moten en serveer, bestoven met wat poedersuiker en eventueel een vleugje kaneel. Apfelstrudel is het lekkerst met crème Anglaise. Klik hier voor het recept.
Apfelstrudel…iets voor uw Valentijnsdag?
Dank u wel, veel kookplezier en alvast...eet smakelijk!