Een kaasschaaf is een schaaf waarmee een dun plakje van een stuk kaas kan worden gesneden. De kaasschaaf werd in 1925 door de uit Lillehammer (Noorwegen) afkomstige timmerman Thor Bjørklund ontworpen. De massaproductie begon in 1927, waarna de kaasschaaf al snel ook buiten Noorwegen werd geïntroduceerd. Om een kaasschaaf te kunnen gebruiken moet de kaas de juiste consistentie hebben, dus niet te zacht en niet te hard zijn. De meeste Nederlandse, Scandinavische en Duitse kaassoorten zijn geschikt om met een kaasschaaf te bewerken. Daarom wordt de kaasschaaf vooral in die landen gebruikt. Voor jonge, en dus zachtere, kaas is de gewone kaasschaaf minder geschikt doordat de kaas aan het lange blad van de schaaf blijft kleven. Hierom bestaan er ook speciale korte kaasschaven die beter geschikt zijn voor jonge kaas. In Nederland wordt vaak gedacht dat de kaasschaaf alleen daar bekend is maar dat is onjuist. De kaasschaaf is ook in de Scandinavische landen in algemeen gebruik, en verder bijvoorbeeld in Duitsland, Frankrijk en Zwitserland. Zowel in Noorwegen als in Nederland worden kaasschaven met verfraaide handvatten als souvenir aan toeristen verkocht, in Nederland bijvoorbeeld met een handvat van Delfts blauw.
Franse term: Tranche fromage
Duitse term: Käsehobel
Engelse term: Cheese slicer