De waterkastanje (Eleocharis dulcis) is een groente die in moerassenonder water groeit, in de modder. De kleine, ronde knolletjes zijn binnenin helder wit. Ze kunnen rauw rauw worden gegeten, maar ook gekookt (hij wordt, net als de lotuswortel, niet acht van koken) of gegrild zijn ze erg lekker. In onze buurt worden ze meestal in blik verkocht. In de Chinese keuken is het een populair ingrediënt: daar eet men het meestal rauw, soms gezoet.
Uit waterkastanje kan ook meel worden gewonnen. Deze wordt gebruikt voor het maken van waterkastanjetaart.
Zijn ze gezond? Muahh… De knollen bestaan voor 90 procent uit koolhydraten. Ze zijn een goede bron van voedingsvezels en een aantal interessante stofjes zoals riboflavine, vitamine B6, kalium, koper en mangaan.
Zie ook: kastanje
Franse term: châtaigne d’eau
Duitse term: Wassekastanie
Engelse term: water chestnut