Suikerriet is, zoals een heleboel gewassen die de mens eet (graan, rijst, enz.) een grassoort. Maar dan wel een forse: de stengels kunnen 6 m lang en 5 cm dik in doorsnee worden. Vers suikerriet kan gekauwd worden als lekkernij. Meestal wordt er sap van gemaakt en ter plekke gedronken of verder verwerkt in een suikerfabriek. Vervolgens wordt de suiker uitgekristalliseerd. Wat overblijft is een dikke stroop (melasse) waar rum van wordt gedestilleerd.  De na de persing overgebleven stengels en blad (bagasse) zijn een prima grondstof voor papier, brandstof, of veevoer. Suikerriet is in onze omgeving nog niet zo lang bekend. Een eeuw of drie voor onze jaartelling heeft een tijdgenoot van  Alexander de Grote het over een riet dat honing produceert zonder bijen, iets dat hij in Indië had gezien. De Arabieren brachten de kennis van de verbouw van suikerriet en de bereiding van suiker pas in de middeleeuwen naar Europa.

Suikerriet op sap in blik
Suikerriet op sap in blik



Franse term: canne à sucre
Duitse term: Zuckerrohr
Engelse term: sugar cane