Vroeger, heel vroeger, toen de boeren alles zelf moesten maken en niemand een ijskast had, werden de varkens in de slachttijd zoveel mogelijk verwerkt tot producten die lang houdbaar waren. Het ‘dure’ varkensvlees werd verkocht aan de hoge heren, de landeigenaren en de stadsmensen. Het spek werd gezouten, de ham en het naegelhout werden gedroogd, van de kop werd zure zult gemaakt en van de lever en andere delen – worst. Al deze stukken werden zodanig geconserveerd dat men de winter ermee door kon komen. De oude traditie is in stand gebleven – bakbloedworst wordt in Twente hoofdzakelijk als seizoensproduct beschouwd. Het is daarom dus ook niet altijd verkrijgbaar.
Een naaste verwante van de bakbloedworst is de Twentse bakbloedworst. Een delicatesse die echt de moeite van het proberen waard is. En weet u wat helemaal een festijn is? Een plakje van het ene, en een plakje van het andere!