Savoiardi

Zoete lange brosse koekjes die lijken op lange vingers maar veel breder van vorm en delicater van smaak zijn, ontlenen hun naam aan de oorspronkelijke streek van herkomst: Savoye. Hun oorsprong ligt ergens aan het eind van de XV eeuw, toen deze koekjes voor het hof van de Hertogen van Savoye werden gecreëerd ter gelegenheid van een bezoek van de Franse koning. Hierna is de savoiardo zich gaan verplaatsen door Italië. In de Napolitaanse traditie wordt dit koekje vooral gegeten rond carnaval, gedoopt in sanguinaccio, een brij van pure chocolade die wordt aangezuurd met vers varkensbloed. In de rest van Italië, en inmiddels ook in de rest van de wereld, is de savoiardo het meest bekend om zijn hoofdrol in het maken van Tiramisù.
De oorsprong van de Tiramisu is niet meer te achterhalen. Iedere regio van het Italiaanse schiereiland claimt het gebied van oorsprong te zijn. Ieder op zijn eigen manier. De meest kansrijke pretendenten naar de titel “Uitvinder van de tiramisù” zijn toch wel Toscane, Piemonte en Veneto. Legendes over dit gerecht zijn er genoeg. Sommige menen zelfs te weten dat deze zoete dis een afrodisiacum is. De meest plausibele variant plaats de tiramisù in de 17e eeuw in Siena, Toscane. Daar zouden de locale banketbakkers, in afwachting van een bezoek aan de stad van de Groothertog van Toscane Cosimo de Medici, besloten hebben een dessert te maken die hun meester’s grandeur zou weerspiegelen. Het dessert moest dus in een aantal opzichten op hem lijken: Zacht van aard, geprononceerd en belangrijk, en met eenvoudige bouwstoffen. De banketbakkers noemden hun creatie de “Zuppa del duca” (Soep van de hertog). Het was de hertog zelf die het recept meenam naar Florence, van waaruit het zijn verspreiding door de wereld begon. Onder de edelen werd het dessert al snel bekend omdat het goed zou zijn voor de potentie. Zo ontstond de naam “tirami su”, oftewel “doe mij herrijzen, laat mij opstaan” .