Spaghetti alla carbonara

Snij de guanciale in blokjes en doe ze in een pan

• Breng een pan met ruim water aan de kook. Zout het water ietsjes minder dan u normaal zou doen met pasta. Dit omdat de guanciale en de pecorino al erg zout zijn.
• Laat ondertussen de guanciale op een matig vuurtje bruin worden. Langzamerhand zal het vet vloeibaar worden. Laat dit niet verbranden! Dat spekvet hebben we straks nodig.

Kluts de eieren met een flinke hoeveelheid zwarte peper uit de molen tot een homogeen mengsel.

Doe de geraspte pecorino erbij en klop nog even goed.

Kook de spaghetti “al dente”. Giet af en houd een beetje van het lekwater apart.

Doe de spaghetti terug in de pan en stort er de hete guanciale met vet, de pecorino met de eieren over uit.

Roer nu snel alles door elkaar op een heel laag vuurtje tot u ziet dat het ei zich met de kaas en het zetmeel van de spaghetti verbindt en een mooie gelieerde saus ontstaat. Klaar!

Let op:
Als het vuur te hoog staat gaat het ei stollen en de saus schiften . U krijgt dan een soort “pasta met roerei” en dat is niet de bedoeling. Wel moet u ervoor zorgen dat het ei niet meer rauw is, want dat is niet lekker. Mocht u zien tijdens het proces dat u vocht tekort komt, dan hebt u wat kookwater van de pasta achter de hand.

Een middelzware droge witte wijn, het liefst natuurlijk uit de geboortestreek van de carbonara, Lazio: een Aprilia Sangiovese, een Bianco Capena, een Controguerra bianco, of zelfs een Cerveteri bianco frizzante (mousserend).